Als een kernstuk van apparatuur in bouwprojecten kunnen graafmachinefouten zowel de efficiëntie als de veiligheid beïnvloeden.motorensysteem, hydraulisch systeem, elektrisch systeem, transmissiesysteem, werkapparatuur en reisapparatuur.
1.1 Motor niet starten
De oorzaken:
Onvoldoende batterijvermogen of losse verbindingen.
Blocage van het brandstofsysteem (vuile filters, lucht in de brandstofleiding).
Startmotor of ontstekingsschakelaar storing.
Onvoldoende cilindercompressie (versleten zuigerringen, slechte afdichting van de klep).
Oplossing
Controleer de batterijspanning, schoonmaak en strenger de eindpunten; sprong-start indien nodig.
Vervang het brandstoffilter en laat de lucht uit het brandstofsysteem afkomen (handmatige brandstofpomp).
Test de startmotor magnetron en vervang de beschadigde onderdelen.
Controleer de cilinderdruk, repareren of vervangen van zuigerringen en kleppencomponenten.
1.2 Motor heeft geen vermogen
De oorzaken:
Verstopt luchtfilter, onvoldoende inlaat.
Fout van het brandstofinspuitingssysteem (slechte atomisatie van de injectoren, lage druk van de brandstofpomp).
Turbocompressor beschadigd, verminderd boost effect.
Oververhitting van de motor, onvoldoende koelmiddel of storing van de koelventilator.
Oplossing
Reinig of vervang het luchtfilter, controleer de inlaatbuizen op lekken.
Kalibreer de injectoren, controleer de druk van de brandstofpomp en vervang de onderdelen indien nodig.
Repareer de turbocompressor, vervang beschadigde lagers of draaibanden.
Controleer het koelvloeistofniveau, maak de radiator schoon en maak de ventilatorclutch hersteld of vervang.
1.3 Abnormale motorgeluiden
De oorzaken:
Versleten krukassen of verbindingsbalklagers die klopgeluiden veroorzaken.
Overmatige klepvrijheid veroorzaakt klopgeluiden.
Glijdende riem of beschadigd spanningsapparaat dat wrijvingsgeluiden veroorzaakt.
beschadigde waterpomp- of alternatorlagers.
Oplossing
Verwijder de motor, vervang versleten lagers en pas de openingen aan.
De kleurschildering wordt aangepast aan de standaardwaarden (zie handleiding).
Vervang oude riemen, repareren de spanningslagers.
Vervang beschadigde waterpomp- of alternatorassemblages.
2.1 Hydraulische olielekken
De oorzaken:
Losse slangverbindingen, verouderde of beschadigde afdichtingen.
Gesneden zuigerstaven veroorzaken olie afdichtingslekken.
Verschil in de afdichting van de hydraulische pomp of van de kleppengroep.
Oplossing
Sluitingen strakker maken, O-ringen of combinatie afdichtingen vervangen.
Polish zuigerstaven en vervanging van cilinder afdichtingen.
Ontmantel de hydraulische pomp of de klepgroep, vervang versleten afdichtingen en maal de klepplaten indien nodig.
2.2 Hydraulische beweging zwak of traag
De oorzaken:
Onvoldoende of verontreinigde hydraulische olie (verminderde viscositeit, gemengd met verontreinigingen).
Versleten hydraulische pomp, onvoldoende uitgangsdruk.
De veiligheidsklep of de remklep wordt ingesteld op een lage druk, of de remspoel zit vast.
interne lekkage in de cilinder (beschadigde zuigerdichtingen).
Oplossing
Controleer het olieniveau, vervang de hydraulische olie en filter, maak de olietank schoon.
Test de uitlaatdruk van de hydraulische pomp, vervang versleten pomp- of zuigerassemblage.
Kalibreer de druk van de veiligheidsklep (zie de normen van de fabrikant), maak de klep spoel schoon en controleer of er een score is.
Ontmantel de cilinder, vervang de zuigerdichtingen en controleer de slijtage van de cilinderwand.
2.3 Oververhitting van het hydraulisch systeem
De oorzaken:
Verstopte hydraulische olie koeler, slechte warmteafvoer.
De viscositeit van de hydraulische olie is niet geschikt voor bedrijfsomstandigheden (gebruik van olie met een lage viscositeit bij hoge temperaturen).
Een defecte ontladingsklep die een continue hoge drukcirculatie van hydraulische olie veroorzaakt.
Oplossing
Reinig het radiatoroppervlak en de puin, controleer de ventilator werking.
Vervang de hydraulische olie door een olie die geschikt is voor de bedrijfsomstandigheden (bijv. hoge viscositeit, slijtagebestendige olie in de zomer).
Reparatie van de ontladingsklep, vervanging van vastzittende of versleten klepspellen.
3.1 Geen stroom- of gedeeltelijke elektrische storingen
De oorzaken:
Batterijschakelaar niet ingeschakeld, of ontsteking.
Oxidatie, losse of kortsluitende bedrading.
Gebrekkige relais of besturingsmodule (ECU).
Oplossing
Controleer de batterijschakelaar, vervang de geblazen zekering (zorg voor de juiste specificatie).
Maak de bedrading schoon, verbind ze opnieuw en maak kortsluitingen of open schakelingen goed.
Gebruik een multimeter om de relais spoelen en contacten te controleren, vervang beschadigde relais of ECU.
3.2 Afwijkingen of alarmen op het instrumentenpaneel
De oorzaken:
Sensorfout (bijv. temperatuursensor voor koelmiddel, oliedruksensor).
Slecht contact in het interne circuit van het instrumentpaneel.
Echte storingen van de motor of het hydraulische systeem die alarmbelogen veroorzaken (bijv. oververhitting, lage druk).
Oplossing
Gebruik een diagnostisch hulpmiddel om de foutcodes te lezen, vervang de defecte sensoren (bijv. koelmiddeltemperatuursensor, oliedrukschakelaar).
Verwijder het instrumentenpaneel, repareren slechte soldeersluitingen of vervangen de schakelplaat.
Eerst de werkelijke motor/hydraulische storingen oplossen, dan de alarmsignalen verwijderen.
3.3 Storing van het verlichtingssysteem (bijv. niet-werkende koplampen)
De oorzaken:
Verbrandde lamp of slecht contact in het stopcontact.
Gebrekkige lichtschakelaar of relais.
Gebroken circuit of geblazen zekering.
Oplossing
Vervang met dezelfde lamp, schoon de lamp stopcontacten.
Kortsluiting van de relais om de verlichting te testen, vervanging van de beschadigde schakelaar of relais.
Gebruik een tester om het circuit te controleren, breekpunten te repareren en de zekering te vervangen.
4.1 Transmissie Geluid of moeilijk verplaatsen
De oorzaken:
Gebrekkige of verontreinigde transmissie-olie, versleten tandwielen.
De in punt 6.2.4.1 bedoelde verpakking is niet geschikt voor het gebruik in een voertuig met een verpakking van minder dan 100 cm3.
Een defecte schakelsolenoïde (elektronisch aangestuurde transmissie).
Oplossing
Controleer het olieniveau, vervang transmissie-olie en filter, demonteer de versnellingsbak om versleten versnellingen te vervangen.
Regelen van de koppelingspedaal, vervangen van de koppelplaat of drukplaat.
Gebruik een diagnostisch hulpmiddel om de magnetosignalen te controleren, vervang de defecte magnetosignalen.
4.2 Lekkage of oververhitting van de aandrijfas
De oorzaken:
Beschadigde hoofdreductie- of differentiaal-olieverzegelingen.
Onvoldoende of onjuiste tandwiel olie, wat leidt tot een slechte smering.
Versleten lagers die abnormale wrijving veroorzaken.
Oplossing
Vervang de olieverzegelingen van de aandrijfas en maak het lek op.
Voeg de juiste tandwielolie toe of vervang deze (bijv. GL-5 85W-90).
Verwijder de aandrijfas, vervang versleten lagers en stel de wegruimte aan.
5.1 Stijve bewegingen of onmogelijkheid om te werken
De oorzaken:
Versleten pinnen of buizen, die overmatig spelen en verstoren.
gebogen zuigerstaven of vervormde cilinders.
Een vastzittende of storende meerrichtingsklep spoel of drukcompensatorklep.
Oplossing
Vervang versleten pinnen en buizen, smeer vet aan (regelmatig smeren volgens schema).
De zuigerstaven rechtzetten of de cilinderassemblages vervangen.
Verwijder de meerrichtingsklep, maak de klep spoel schoon, vervang beschadigde veren of klep zitplaatsen.
5.2 Onvoldoende graafkracht in emmer
De oorzaken:
Interne lekkage van de kolven van de cilinder, waardoor drukverlies optreedt.
Vervormde verbindingen of schommelarmmechanismen, waardoor de transmissie-efficiëntie wordt verminderd.
Onvoldoende druk in het hydraulische systeem (dezelfde oorzaken als zwakke hydraulische beweging).
Oplossing
Vervang de cilinderverzegelingen, controleer de cilinderhoudingsdruk.
Corrigeer of vervang vervormde verbindingen, schommelarmen.
Voldoen aan de methoden voor het oplossen van storingen in het hydraulische systeem om de systeemdruk te verhogen.
6.1 Afwijken of niet kunnen bewegen
De oorzaken:
Onregelmatige spoorspanning of ongelijke spoor slijtage.
Gebrekkige rijmotor of reducer (bv. interne lekkage van de hydraulische motor, versnellingsbeschadiging).
De spiraal van de ventiel is vastgeklemd, waardoor de stroom onevenwichtig is.
Oplossing
Pas de spanningscylinder aan, vervang zwaar versleten pads.
Verwijder de motor, vervang een beschadigde zuiger of een beschadigde verdelingsplaat; repareren van de reducerversnellingen.
Reiniging van de stroomregelklep, reparatie of vervanging van de klep spoel.
6.2 Abnormaal lawaai of trillingen tijdens het reizen
De oorzaken:
Beschadigd aandrijfwaaier, ijlwiel of spoorrollagers.
Versleten banden, slechte messing.
Een defecte motorbalans klep, veroorzaakt shock.
Oplossing
Vervang beschadigde wielen en lagers, smeer ze.
Vervang versleten spoorverbindingen of complete spoorlijnen.
Reparatie van de balansklep, vervanging van de spoel of veren.
Veiligheid op de eerste plaats: Zet de motor altijd uit, zet de parkeerrem in, blokkeer de sporen en sluit de negatieve aansluiting van de batterij af voordat u de batterij herstelt.
Stap-voor-stap diagnose: Volg het principe van "eenvoudig starten, dan moeilijk, van buiten naar binnen", zoals eerst de olie- en elektrische aansluitingen controleren en vervolgens de onderdelen ontmantelen.
Korrekte onderdelen overeenkomen: Wanneer onderdelen worden vervangen, moet u altijd OEM-onderdelen of onderdelen die aan de specificaties voldoen, gebruiken om compatibiliteitsproblemen te voorkomen die nieuwe storingen veroorzaken.
Regelmatig onderhoud: Vervang olie, filters volgens de handleiding en smeer regelmatig de scharnierpunten om het risico op storingen te verminderen.
Door systematische probleemoplossing en gerichte reparaties kunnen veelvoorkomende boormachinefouten effectief worden opgelost, waardoor de levensduur van de apparatuur wordt verlengd.Voor complexe storingen (zoals een herziening van de motor of vervanging van de hydraulische pomp), wordt aanbevolen om de werkzaamheden te laten verrichten door professionals of een after-sales team.
Contactpersoon: Mr. Paul
Tel.: 0086-15920526889
Fax: +86-20-89855265